Wat geeft het standaard uitleesinstrument weer?
Het uitleesinstrument is voorzien van een zgn. klok waarmee duidelijk het toerental wordt weergegeven. Het digitale display visualiseert 2 motorparameters, met behulp van knoppen kan door het programma gescrold worden. Naast motordata kan ook een beperkt aantal andere gegevens vertaald worden.
Bij contact aan gaan 3 lampjes branden maar 2 gaan uit, waarom?
De drie lampjes zijn: laadstroom, oliedruk en motor-check, de eerste blijft branden om begrijpelijke redenen want er is geen laadstroom. Het oliedruklampje wordt gecombineerd gebruikt als voorgloei controle lampje, wanneer deze uitgaat is de gloeiperiode voorbij en kan gestart worden. Het motor-check lampje gaat uit wanneer er geen alarmen zijn.
Kan de keerkoppeling elektrisch bediend worden?
Alle hydraulisch geactiveerde keerkoppelingen kunnen elektrisch bedient worden wanneer het regelventielen mechanisme daarvoor aangepast is. Elektromagnetische ventielen regelen dan de vloeistofstroom, deze ventielen kunnen ON/OFF maar ook proportioneel zijn. Beide vormen zijn optioneel. Bij mechanische koppelingen, jet-drives en stern-drives moet dan een actuator gebruikt worden
Motor draait maar reageert niet op ‘gas geven’ , waarom?
Indien het elektronische systeem bepaalde waarden niet herkent kan het zijn dat de motor in een zgn. nood-loop gaat draaien. In het genoemde geval is het waarschijnlijk dat bij de start de minimale spanning niet gehaald werd tijdens bijv. het starten. Een goede remedie hierbij is: motor stoppen en nog een keer opstarten. De kans bestaat dat de voltage nu minder ver zakt zodat de minimaal benodigde spanningswaarde niet onderschreden wordt.
Mijn motor hielt in terwijl het alarm afging, waarom?
De motor heeft een diagnose systeem met een protectieve functie, dit wil zeggen dat deze ingrijpt om serieuze schade te voorkomen. De toerental reductie hierdoor zal echter nooit meer zijn dan 50% van het ingestelde vermogen. Een reden voor inhouden kan bijv. onvoldoende zeewaterkoeling zijn, de uitlaatgastemperatuur in de bocht wordt dan te heet waardoor de sensor geactiveerd wordt.
Mijn laadstroomcontrolelampje brandt nooit, is dit erg?
Het laadstroom controlelampje is bij een standaard installatie een indicatie dat de dynamo laadt. Meestal is het zo dat het veld bekrachtigd wordt door stroom die via dit lampje vloeit, wanneer het lampje het niet doet dan zal de dynamo waarschijnlijk niet geactiveerd worden en zal er geen laadstroom opgewekt worden.
De digitale motorinformatie is niet leesbaar op het uitleesinstrument terwijl de motor goed draait, hoe kan dit?
De informatie wordt verstrekt door de Engine Control Unit (ECU) in de vorm van een CAN bus signaal. Dit signaal bestaat uit informatiepakketjes die door het uitleesinstrument moeten worden geïnterpreteerd. Een verstoring van de informatiestroom kan er toe leiden dat er in het geheel geen gegevens worden verstrekt. De storingsbron kan verschillende oorzaken hebben, specialistische kennis wordt hierbij geadviseerd
Hoe realistisch is de op het paneel weergegeven brandstofverbruik waarde?
Het vermogen van de motor staat in direct verband met de hoeveelheid verbruikte brandstof, het brandstofverbruik wordt logaritmisch verwerkt zodat de verbruiksmeter alsook de hoeveelheidsmeter accurate informatie zal verschaffen. Verschil in calorische waarde of een mechanisch mankement kan een verkeerd beeld veroorzaken.
Waar wordt de keus voor meerdere stationaire toerentallen voor gebruikt?
Het management systeem biedt de mogelijkheid om 2 extra stationaire toerentallen te programmeren. Deze verschillende toerentallen worden gebruikt om de motor met een druk op de knop voor een bepaalde situatie geschikt te maken. Deze bedrijfsomstandigheden zijn o.a.: stroomopwekking, koelcompressor of pompfunctie.
Is een zgn. dodemansknop voorgeschreven?
Een dodemansknop of te wel een man-over-boord schakelaar is in Nederland verplicht bij open vaartuigen. Hierbij zou de mogelijkheid kunnen ontstaan dat de boot zonder iemand ‘aan het roer’ een eigen leven zou gaan leiden. Bij grote vaartuigen is de man-over-boord schakelaar niet verplicht, in het buitenland kunnen echter andere regels gelden.
Hoe ver wordt het motortoerental gereduceerd bij een storing?
Het motortoerental wordt proportioneel gereduceerd, de maximale reductie is 50% van het gevraagde vermogen.
Bij gebruik dodemansknop blijven de instrumenten het doen, klopt dit?
De dodemansknop verbreekt het contact met de motor waardoor deze stil valt, de schakelaar is geïnstalleerd na het contactslot. De verbinding tussen contactslot en instrumenten hier parallel mee geschakeld zodat deze niet beïnvloed wordt.
Hoe precies zijn de uitleesdata op het uitleesinstrument?
De uitleesdata zijn gegevens die door de ECU worden verstrekt, deze motor parameters worden door de ECU gebruikt om de motor overeenkomstig de geldende normen te laten presteren. Dit houdt in dat de verstrekte informatie zeer nauwkeurig is.
De motor is gestart maar draait hoog stationair, waarom?
De motor heeft een zgn. koud-loop toerental, dit betekent dat de motor tot een bepaalde temperatuur een verhoogd toerental zal draaien. In het algemeen zal vanaf 40°C het ingestelde toerental zijn ingezet. Het toerental en toerental wisselingen zullen stabiel zijn.
Wanneer het toerental niet stabiel en moeilijk op een vaste waarde in te stellen is kan het zijn dat de managementsysteem zich niet heeft kunnen kalibreren. Een remedie kan zijn de motor te stoppen en deze opnieuw op te starten.
Kan de motor elektronisch bedient worden?
De motor kan naast mechanisch ook elektronisch bediend worden, hiervoor dient echter rekening gehouden te worden met de juiste input.
Waarom een 2e en 3e stationair toerental?
Wanneer de motor in gebruik is als generator of als pomp unit dan is het zo dat deze vaak een bepaald toerental nodig hebben voor een zeker effect. Door dit toerental te programmeren als 2<sup>e</sup> stationair toerental kan dit toerental door een handeling ingeschakeld worden. Deze mogelijkheid is voor het gemak tot stand gekomen.